www.radartutorial.eu www.radartutorial.eu Radar Grondbeginselen

Mk. 12

Beschrijving van de radarset, tactisch-technische kenmerken

Figuur 1: Mk. 12

Figuur 1: Mk. 12

Specificaties
Frequentie: 920 … 970 MHz
(UHF-Band)
Pulsherhalingstijd (PRT):
Pulsherhalingsfrequentie (PRF): 480 Hz
Pulsduur (τ): 1 µs
Ontvangsttijd:
Dode tijd:
Piekvermogen: 100 kW
Gemiddeld vermogen: 48 W
Instrumented Range: 22 NM (≙ 42 km)
Afstandsresolutie: 460 m
Nauwkeurigheidsgraad:
Bundelbreedte: 10°
hits per scan:
Rotatiesnelheid:
MTBCF:
MTTR:

Mk. 12

De Mk. 12 was een vuurleidingsradar in de UHF-band. Hij werd gebruikt in combinatie met het Mk. 37 kanonbesturingsstation om 127 mm kaliber marinegeschut te besturen. De radar zorgde voor het automatisch volgen van het doel op afstand en het meten van de snelheid van het doel.

De antenne heeft twee boven elkaar geplaatste cilindrische parabolische reflectoren. Deze reflectoren zijn elk 4 voet lang en 2 voet hoog en hebben een brandpuntsafstand van ongeveer 1/4 van de golflengte. Elke reflector wordt gevoed door 8 dipolen die zo zijn gemonteerd dat hun assen in een horizontale lijn langs de brandpuntslijn van de reflector liggen. De zestien dipolen zijn elektrisch verbonden in vier groepen van elk vier dipolen. Deze groepen zijn verbonden met een schakelaar om het antennepatroon in een van de vier standen te zetten. Deze schakelaar duwt een extra condensator in de voedingslijn en vertraagt zo de fasepositie in een antenneleiding. Het gehele antennepatroon kan zo ongeveer 2,5° naar links en rechts, of naar boven en beneden worden gekanteld. Als het teken van het doel in alle vier de schakelaarstanden hetzelfde is, wordt de antenne rechtstreeks op het doel gericht.

Centraal op de voorkant van de antenne is in het midden een kleinere hulpantenne gemonteerd met een cilindrische parabolische reflector van 2 bij 2 voet. Deze wordt gevoed door twee dipolen en dient om de zijlobben van de hoofdantenne te onderdrukken.

De Mk. 12 radar verving de Mk. 4 radar, maar had dezelfde problemen met doelen op lage hoogte. De radar werd daarom gekoppeld aan de extra Mk. 22 radar (de radiohoogtemeterantenne in Fig. 1).