P-10
Beschrijving van de radarset, tactisch-technische kenmerken

Figuur 1: P-10 antenna
(© www.fas.org)

Specificaties | |
---|---|
Frequentie: | VHF-band |
Pulsherhalingstijd (PRT): | |
Pulsherhalingsfrequentie (PRF): | 100 Hz |
Pulsduur (τ): | 4 - 12 µs |
Ontvangsttijd: | |
Dode tijd: | |
Piekvermogen: | 55 … 75 kW |
Gemiddeld vermogen: | |
Instrumented Range: | 180 … 200 km |
Afstandsresolutie: | |
Nauwkeurigheidsgraad: | |
Bundelbreedte: | 21° |
hits per scan: | |
Rotatiesnelheid: | 0 … 6 min⁻¹ |
MTBCF: | |
MTTR: |
P-10
De P-10 radar (Russische aanduiding: „Wolga A“, Cyrillisch: «Волга А», NAVO-aanduiding: „Knife Rest B“) is een verdere ontwikkeling van de P-8 en werd vanaf 1953 in de bewapening van het Sovjetleger opgenomen. De halve breedte van de 2x2 antenne-array lag tussen 20 en 24° (frequentie-afhankelijk). De elevatiehoek werd bepaald met een goniometer, waaruit de richthoogte kon worden bepaald met een nomogram. De nauwkeurigheid van de hoekbepaling bedroeg tot ±2,5°. De radar was al uitgerust met een beveiligingssysteem tegen storingen. De gevoeligheid van de ontvanger was nominaal 3 µV, aan de grenzen van het frequentiebereik 4 µV. De radarinformatie werd weergegeven op een PPI-scope en een E-scope. Vanaf 1956 werd de P-10 vervangen door de P-12.