AN/MPQ-46 (HiPIR)
Beschrijving van de radarset, tactisch-technische kenmerken
Specificaties | |
---|---|
Frequentie: | X-band |
Pulsherhalingstijd (PRT): | |
Pulsherhalingsfrequentie (PRF): | |
Pulsduur (τ): | |
Ontvangsttijd: | |
Dode tijd: | |
Piekvermogen: | |
Gemiddeld vermogen: | |
Instrumented Range: | |
Afstandsresolutie: | |
Nauwkeurigheidsgraad: | |
Bundelbreedte: | |
hits per scan: | |
Rotatiesnelheid: | |
MTBCF: | |
MTTR: |
AN/MPQ-46 (HiPIR)
In de vroege versie had de AN/MPQ-46 High Power Illuminator Radar (HiPIR) alleen de twee cirkelvormige antennes, één voor zenden en één voor ontvangen. De HiPIR kan individueel toegewezen doelen oppikken in azimut, elevatiehoek en bereik en ze automatisch begeleiden.
Rond 1983, in fase 2 van de modernisering van het „Hawk”-raketcomplex, kreeg de High Power Illuminator Radar een optisch-visuele component met de naam Tracking Adjunct System (TAS). Deze camera bevindt zich tussen de twee reflectoren van de HiPIR. Door deze modernisering zijn de anti-jamming eigenschappen al aanzienlijk verbeterd.
De beslissende verbetering kwam echter in fase 3 (rond 1995) met de invoering van het Low Altitude Simultaneous HAWK Engagement (LASHE) systeem en een compensatieantenne met een grote openingshoek, die meer mogelijkheden biedt om op te treden tegen verzadiging van het ontvangstkanaal en daardoor de kans op detectie van laagvliegende doelen vergroot (rechthoekige antenne naast de ronde reflectoren).