Mammut
Description of the radar set, tactical-technical characteristics

Figuur 1: Antenna of Mammut-Radar
GES. FÜR ELEKTROAKUSTISCHE U.
MECHANISCHE APPARATE M.B.H.
BERLIN KÖPENICK
Specificaties | |
---|---|
Frequentie: | 120 … 135 MHz |
Pulsherhalingstijd (PRT): | |
Pulsherhalingsfrequentie (PRF): | |
Pulsduur (τ): | 2 … 3,5 µs |
Ontvangsttijd: | |
Dode tijd: | |
Piekvermogen: | 200 kW |
Gemiddeld vermogen: | 8 kW |
Instrumented Range: | 300 km |
Afstandsresolutie: | 300 m |
Nauwkeurigheidsgraad: | |
Bundelbreedte: | 0,5° |
hits per scan: | |
Rotatiesnelheid: | |
MTBCF: | |
MTTR: |
Mammut
De Mammut-radar (FunkMeßGerät 65, FuMG41/42) is een vaste radar met een golflengte van 2,20 … 2,50 m. De antenne is bevestigd met een reflectorveld van draadraster met een grootte van 10×30 m. Het bestaat uit vier niveaus met elk 16 dipolen. De twee bovenste niveaus zijn de zendantenne, de twee onderste niveaus zijn de ontvangstantenne.
Aangezien de antenne niet kan worden gedraaid, wordt de bundel elektronisch gedraaid met behulp van een „elektrische compensator“ als faseverschuiver, die bypass-lijnen in de voedingslijn schakelde. Dit maakte het mogelijk de zendbundel in een hoek van ±55° ten opzichte van de hoofdas te draaien. Voor een volledige omnidirectionele zoekactie waren ten minste twee mammoetapparaten nodig, die ook dubbelzijdig konden worden geconstrueerd als een „Januskop“-antenne.
De afstandsmeetnauwkeurigheid bedroeg ±300 m, de zijdelingse peiling ±0,5°. Het gewicht van het apparaat was ongeveer 25 ton. Het Mammut apparaat zou gekoppeld kunnen worden aan het Malaja apparaat. Dit was een extra ontvangstsysteem dat gebruik maakte van het bovenste en onderste antennevlak, die aldus een zeer smal verticaal diagram vormden. Een extra meting van de elevatiehoek werd mogelijk gemaakt door een fasevergelijking tussen twee vlakken.
In 1944 was de Mammut-radar de eerste driedimensionale radar met een „phased array“-antenne.