Elektromagnetische compatibiliteit

Figuur 1: gemoduleerde ruisinterferentie van 150° op het waarnemingsapparaat van een radar (VHF-bereik)
Elektromagnetische compatibiliteit
Verschillende storingsbronnen kunnen elektromagnetische velden opwekken en zo bijvoorbeeld de gevoeligheid van de ontvanger negatief beïnvloeden of zelfs een gewenste functie volledig verhinderen. Op vliegvelden en in vliegtuigen en schepen wordt vaak een groot aantal ingewikkelde elektronische apparaten geïnstalleerd. Het vermogen van deze apparatuursystemen om hun functionaliteit te behouden onder invloed van elektromagnetische velden wordt elektromagnetische compatibiliteit (EMC) genoemd. Deze storingen worden op basis van hun bronnen grofweg in de volgende categorieën ingedeeld:



- Niet-georganiseerde verstoringen
- van natuurlijke oorsprong
Deze verstoringen worden veroorzaakt door natuurlijke gebeurtenissen, bijv. door- onweersbuien in de atmosfeer
- kosmische gebeurtenissen zoals zonnestormen.
- van onnatuurlijke oorsprong
d.w.z. alle bronnen van interferentie die door mensen worden opgewekt, zoals interferentie die wordt opgewekt door apparatuur of installaties die eigenlijk een heel andere taak hebben dan het opwekken van elektromagnetische velden. Voorbeelden hiervan zijn hoogspanningsleidingen en machines die vonken opwekken, zoals elektromotoren of schakelaars.
- van natuurlijke oorsprong
- Georganiseerde verstoringen
Storing kan komen van elke bron die als hoofdfunctie een elektromagnetisch veld genereert. Dit kan onbedoeld zijn en gewoon worden veroorzaakt door naburige systemen. Maar het kan ook opzettelijk zijn, b.v. veroorzaakt door speciaal voor de elektronische strijd vervaardigde stoorzenders.
Ontvangende systemen bevatten daarom beschermingscircuits tegen de invloed van interferentie, die de interferentie scheiden van het bedoelde ontvangen signaal, bijvoorbeeld in termen van frequentie. Dit kunnen voorselectiefilters zijn, begrenzingsschakelingen of breedbandkanalen met een latere aftrektrap. Deze schakelingen kunnen de invloed van storingen echter niet volledig voorkomen, maar alleen verminderen. Vaak helpt alleen de ruimtelijke scheiding, d.w.z. de grootst mogelijke afstand tussen de verschillende antennes.

Figuur 1: gemoduleerde ruisinterferentie van 150° op het waarnemingsapparaat van een radar (VHF-bereik)