En-Route Radar

Figuur 1: De antenne van de En-Route Radar SRE-M6 in Nordholz (Duitsland)
En-Route Radar
En-Route Radar is een speciaal type luchtverkeersleidingsradar dat is ontwikkeld voor de en-route controle van het luchtruim. Het kan worden gebruikt om het luchtverkeer buiten de speciale vliegvelden te monitoren.
Deze radars werken gewoonlijk in de L-band met een bereik tot 240 NM (≙ 450 km). Het zijn primaire radars, die om kostenredenen meestal alleen een tweedimensionaal beeld van het luchtruim geven. Ze zijn echter altijd gekoppeld aan een moderne Mode S-capabele secundaire radar, die dan de derde ruimtelijke coördinaat levert.
In de meeste gevallen is de antenne een parabolische reflectorantenne en scant deze het luchtruim met een antennepatroon met cosecant kwadratische kenmerken. Zelden wordt ook een vlakke antenne gebruikt (zie figuur 2). De antennes draaien relatief langzaam met een snelheid van 4 tot 6 omwentelingen per minuut. Deze rotatiesnelheid is het gevolg van de temporele omstandigheden die zo'n relatief groot bereik met zich meebrengen. Afhankelijk van het geprojecteerde bereik worden deze En-Route Radars op een min of meer hoge toren geïnstalleerd om de beperking van het bereik op lagere hoogtes als gevolg van de kromming van de aarde tegen te gaan. Bij ongunstige klimatologische omstandigheden worden de antennes onder een beschermende radome geplaatst.

Figuur 2: De robuuste antenne van de ATCR-44S heeft geen radome nodig.
In Duitsland zijn er in totaal zes van dergelijke en-route-radars die door de Deutsche Flugsicherung GmbH (DFS) worden geëxploiteerd. Elk van deze zes stations heeft een bereik van ongeveer 145 NM (≙ 270 km). Ze worden op afstand bediend vanuit de radarcontrolecentra in het betreffende gebied. De En-Route Radar in Nordholz van het type SRE-M6 wordt bijvoorbeeld op afstand bestuurd vanuit de radarcentrale op de luchthaven van Bremen („Bremen Control”) en bewaakt het noordwesten van de Bondsrepubliek Duitsland en de hele Noordzee.
Luchtverkeersleiders in het radarcontrolecentrum leveren ook luchtverkeersleidingsdiensten voor veel kleinere luchthavens zonder eigen radar, bijvoorbeeld om een start te klaren of om een nadering van de luchthaven te klaren. Daarom moeten en-route-radars ook de best mogelijke ondergrens van het detectiebereik hebben. Daarom worden ze meestal op hoogtes of grote torens geïnstalleerd.