Radiohoogtemeter

Figuur 1: Weergave van een radarhoogtemeter voor een klein vliegtuig
Radiohoogtemeter
Radiohoogtemeters (of Radarhoogtemeters) zijn radarapparaten die vanuit een vliegtuig of satelliet verticaal naar beneden uitstralen. Zij zenden hoogfrequente pulsen uit en meten hun transittijd t0 om de hoogte h boven de grond te berekenen.
Voor lagere hoogten wordt ook frequentiegemoduleerde continugolfradar gebruikt, die een lagere unieke maximummeetafstand heeft, maar een veel betere resolutie biedt met vergelijkbare schakelingen. Voor een pulsradar is de berekening van de hoogte mogelijk volgens de volgende wiskundige benadering:
t0 = | 2·h | mit | t0 = vertragingstijd van het echosignaal h = hoogte van de antenne boven de grond c0 = lichtsnelheid |
(1) |
c0 |

Afbeelding 2: Meetprincipe
De uitgezonden puls wordt weerkaatst door een relatief vlak oppervlak. Nadat de voorrand van de puls het aardoppervlak heeft bereikt, neemt het bestraalde gebied door de vorm van het diagram snel toe, het gereflecteerde vermogen neemt toe en zorgt ervoor dat de pulsrand van het echosignaal afvlakt. Daarom wordt het punt waarop de pulsflank overgaat in het pulsdak gebruikt als het meetpunt voor de doorgangstijd.
Hoogtemeters worden gebruikt voor
- bepaling van de hoogte in vliegtuigen,
- topografische meetvluchten met vliegtuigen of satellieten,
- nauwkeurige hoogtemetingen van het zeeoppervlak (b.v. om windsnelheden te bepalen).
Voorbeeld: hoogtemeter „TOPEX/Poseidon“ en Poseidon-2 radarhoogtemeter.